Maandagochtend in stijl begonnen met een wasje aan de lijn en een sopje door het huis. Vervolgens eindelijk een ochtend baantjes gezwommen in het openluchtbad. Na dit alles durfde ik de uitdaging van mijn tuin weer onder ogen te zien. Vorige week had ik namelijk het goede voornemen om deze grondig te wieden. Door de langs waaiende miezerbuien was dit bij een voornemen gebleven. Onderbuik gevoelens zeiden dat het inmiddels wel een oerwoud zou kunnen zijn…
Een kleurrijk oerwoud, dat wel! Een schoffel en een hark deden wonderen. Na een uurtje of anderhalf was de tuin twee en een half emmer onkruid armer. Uiteraard alleen het groene soort, die bloemen mogen lekker blijven staan.
Vervolgens plantte ik nog een courgette voor een weggevreten exemplaar. D. heeft mij, na het bezoeken van een diercentrum dit weekend, op het hart gedrukt geen slakkenkorrels meer te gebruiken. Niet alleen de slakken, ook de egels gaan daarvan dood, slik! ‘Mama, je mag alleen bier gebruiken om slakken te doden!’ Het deed me goed dat er weer gezonde slakken rondkruipen in mijn tuin…
Een drietal bleekselderij plantjes uit het hof van de familie Dekker plantte ik tussen de kruiden. Als deze straks wat groter zijn, hebben ze iets van een melkpak als jasje nodig om hun bleke uiterlijk te krijgen. Daarna was het tijd om te kijken wat er behalve onkruid nog meer groeide. Met een bak vol aardbeien, arm vol rabarber en een uitje wat ik per ongeluk los had geharkt, keerde ik weer huiswaarts.
Zo aten we vanavond onder andere gehakt met een vers uitje, knoflooksaus met eigen knoflook en tuinaardbeitjes toe. De rabarber staat op het vuur te pruttelen terwijl ik dit schrijf. Hoe idyllisch! In de tuin heb ik ook al rijpe tuinbonen gesignaleerd.
De rode bessen kunnen geplukt worden, de kruisbessen bijna.
Kropjes sla groeien voorspoedig. Een drietal ieniemienie rucola plantjes zijn uitgegroeid tot heuse planten. Wat is het hoogseizoen toch een smakelijke tijd. Maar ook voor het naseizoen hangt er wat te wachten…